Pilotproject gezond wonen

Gezond binnenklimaat moet op de agenda: ‘Luchtkwaliteit in bijna elk nieuw gebouw slecht’

15 juli 2020

Over gezonde gebouwen wordt steeds meer gesproken; gebouwd worden ze nauwelijks. Regels ontbreken. Bovendien laat het opdrachtgevers, architecten en bouwers veelal koud. Tijd voor een radicale verandering, vinden deskundigen. “De bouw en de overheid moeten erkennen dat dit een belangrijk thema is.”

“De luchtkwaliteit van nieuwe gebouwen is bedroevend slecht.” Hoogleraar Piet Eichholtz doet al jaren onderzoek naar de luchtkwaliteit in kantoren, scholen en andere gebouwen. Hij weet waar hij over praat. Zijn conclusies zijn niet mals: “Het CO2-niveau en de fijnstofconcentraties zijn veel te hoog.”

De meeste gebouwen komen volgens hem ver boven de 800 deeltjes per miljoen CO2, de minimumnorm voor ‘frisse’ scholen. “Of het nou een school is of een kantoor, nieuwe gebouwen hebben zeker niet altijd een betere luchtkwaliteit. In tegendeel, door de sterke nadruk op energiebesparing en isolatie is luchtkwaliteit in het gedrang gekomen”, zegt Eichholtz. “Als je lucht echt goed filtert, kun je uitkomen op een CO2-niveau van 400 deeltjes per miljoen, hetzelfde als in de buitenlucht zit. Maar ik ken niet een gebouw dat op zo’n goed niveau zit.”

Te weinig onderzoek
De hoogleraar constateert dat er in het bouwproces nauwelijks aandacht is voor ‘lucht, licht en geluid’. Nooit geweest ook. Ja, het onderwerp staat nu door de coronacrisis wat hoger op de agenda, maar de vraag is of dat zo blijft als de pandemie weer voorbij is.

Eichholtz heeft ook wel een verklaring voor het gebrek aan aandacht voor een gezond binnenklimaat: er is simpelweg nog te weinig onderzoek naar gedaan. “Het vermoeden dat het echt effect heeft op de gezondheid is er wel, maar harde bewijzen zijn er niet. Meten is altijd moeilijk en duur geweest. Pas als er echt kan worden aangetoond dat bijvoorbeeld de luchtkwaliteit in een school effect heeft op het leervermogen, komt er een maatschappelijke discussie op gang.”

Geen regels in Bouwbesluit
Daar komt volgens Eichholtz nog bij dat er nauwelijks regels voor zijn. In het Bouwbesluit staat alleen summier iets over de minimale ventilatie-eisen en materialen die niet gebruikt mogen worden. Maar een eis voor CO2- en fijnstofconcentraties is er niet. De enige richtlijn is het Amerikaanse WELL Core-keurmerk. Dit is te vergelijken met de BREEAM-richtlijnen voor duurzaamheid. Volgens sommigen is het een uitkomst, anderen vinden het puur commercieel. “Dit soort normen wordt nauwelijks gehandhaafd.”

De hoogleraar is niet de enige die zich druk maakt over het binnenklimaat. Philomena Bluyssen, eveneens hoogleraar, ziet net als Eichholtz dat het bedroevend gesteld is met de kennis en kunde omtrent gezonden gebouwen. Zij doet aan de TU Delft onderzoek naar gezondheid en comfort van bewoners van gebouwen en probeert al jaren de aandacht voor een gezond binnenmilieu te vergroten. “Sinds er verhalen zijn over dat het coronavirus zich kan verspreiden via de lucht, is er éindelijk belangstelling voor ventilatie. Het lijkt alsof men er nu achter komt hoe belangrijk een goed binnen­milieu is voor de gezondheid. Terwijl we eigenlijk al sinds de jaren zeventig het belang van goede ventilatie kennen. Toch wordt er in het bouwproces nauwelijks rekening mee gehouden.”

Gezond binnenmilieu begint bij het ontwerp
Nu de duurzaamheidseisen steeds strenger worden, neemt ook het belang van het binnenmilieu toe, stelt Bluyssen. “We moeten van het gas af, maar er wordt nauwelijks gekeken wat voor effecten dit kan hebben op de gezondheid. De focus ligt puur op minder CO2-uitstoot en energiebesparing, maar een gezond binnenmilieu hoort daar ook bij.”

Volgens Bluyssen begint dat nadenken bij het ontwerp. “Daar worden de beslissingen genomen. Al in die fase moet je rekening houden met voldoende ventilatie. Architecten ontwerpen vaak alleen met het doel dat er lucht in een pand moet komen, maar niet hoe het in de ruimtes wordt gebracht.”

Daarnaast moet er meer worden nagedacht over het materiaalgebruik, vindt ze. “Er zijn minimumeisen waaraan materiaal moet voldoen, maar dat is lang niet voldoende. Dit soort regels is gebaseerd op gemiddelde reacties. In de praktijk zien we dat mensen véél gevoeliger zijn voor bepaalde stoffen, óf de combinaties ervan. Dat kan allerlei negatieve gezondheidseffecten veroorzaken.”

Fitte medewerkers
Het stadskantoor van Venlo is een van de weinige gebouwen in Nederland waar wel vooraf goed is nagedacht over het binnenklimaat. In het gebouw wordt niet alleen de lucht dagelijks zes tot acht keer ververst (waardoor het CO2-niveau 500 parts per miljoen is), het heeft nog veel meer gezondheidsaspecten die zorgen voor een optimale concentratie en fitte medewerkers.

“Materiaal met vluchtige organische en chemische stoffen is verboden, zelfs verf hebben we niet gebruikt. Daarnaast hebben we ook een zonneschoorsteen die ervoor zorgt dat er continu zonlicht het pand in komt”, vertelt Michel Weijers, projectleider van de gemeente.

Weinig bouwers die zo ver gaan
Hij constateert dat er maar weinig bouwers, architecten of opdrachtgevers zijn die zover gaan. Want niet alleen zijn er gezondheidsmaatregelen getroffen, nog steeds wordt het pand, dat vier jaar geleden werd opgeleverd, continu gemonitord. “We zien al een significante stijging in werkplezier. Bijna alle werknemers voelen zich langer fit en kunnen zich beter concentreren.”

Weijers denkt dat er een goede norm nodig is om meer van dit soort gezonde gebouwen te kunnen realiseren. “Wij merken dat 95 procent van de opdrachtgevers op zoek is naar normen. Slechts een klein deel durft het aan maatregelen te nemen zonder dat er regels voor zijn.”

Daarom zijn de architect en de gemeente Venlo volop bezig met onderzoeken in het stadskantoor. Hun ultieme droom is te kunnen bewijzen dat de maatregelen een significant effect hebben op de gezondheid. “Ik wil het liefst kunnen zeggen: we hebben 2 procent minder ziekteverzuim in ons nieuwe kantoor. Pas dan kunnen we echt waardes aan gezond bouwen gaan hangen.”

Aandacht voor eindgebruiker
Architect Ben van Berkel onderschrijft het belang van een richtlijn of een keurmerk voor gezonde gebouwen. Volgens Van Berkel, die al vier jaar onderzoek doet op Harvard naar de relatie tussen een goed binnenklimaat en gezondheid, zou een dergelijke richtlijn meegenomen moeten worden in het aanbestedingsproces.

“Het is belangrijk dat opdrachtgevers niet alleen bezig zijn met hoe ze het gebouw zo voordelig mogelijk kunnen verkopen. Maar vooral nadenken over de eindgebruiker. Pas dan kun je echt een meerwaarde meegeven”, zegt hij.

Investeren in gezonde gebouwen
Om dit te realiseren moeten er ook voldoende financiële middelen worden gezocht. “De bouw en de overheid moeten erkennen dat dit een belangrijk thema is. We moeten de meerwaarde ervan duidelijk gaan maken en er dan in investeren. Dit gebeurt al, zij het langzaam. Ik zit zelf in de taskforce van de Bouw­agenda en daar staat dit thema hoog op de agenda”, aldus Van Berkel.

Het stadskantoor Venlo bewees dat het ook qua kosten niet uit de klauwen hoeft te lopen. Opdrachtgever en bouwer gingen niet over het budget van 53 miljoen euro heen. Weijers: “Dit is een fors bedrag, dat weten we. Maar als je nagaat dat we elk jaar 50 miljoen euro aan salarissen betalen. Als we dan 2 procent minder ziekteverzuim hebben, verdienen we daar per jaar 1.000.000 euro aan. Wat zeuren we dan over een paar duizend euro extra bouwkosten? Als we dit kunnen aantonen, dan kunnen we het thema gezondheid nog beter positioneren.”

Ondergrens Bouwbesluit
Het coronavirus heeft de aandacht voor gezond bouwen iets vergroot, maar lang niet voldoende, vindt Marc Hoedemakers, eigenaar van Hoedemakers Bouw Ontwikkeling. “We krijgen de laatste tijd meer vragen van opdrachtgevers.” Het bedrijf is sinds vorig jaar gestart met een proef voor gezonde woningen. “Ook lees ik er meer over in de media. Toch zijn er eigenlijk maar weinig bouwers die écht weten wat een gezond binnenklimaat is.” Volgens hem wordt 80 tot 90 procent van alle nieuwe woningen simpelweg op de ondergrens van het Bouwbesluit gebouwd. “Die ondergrens ligt véél te laag. Daar moet echt wat aan gebeuren.” Een eerste stap is beter nadenken over ventilatie, adviseert hij. “Vooral nu we allemaal
woningen opleveren die we potdicht isoleren. Bouw niet op die ondergrens, maar denk na over de gezondheidsaspecten voor gebruikers. Op sommige onderdelen mag het Bouwbesluit best strenger worden.”

bron: Cobouw

« ga terug