Pilotproject gezond wonen

Luchtkwaliteit in huis valt vaak vies tegen: ‘Er moeten ventilatieroosters bij’

12 juni 2020

De luchtkwaliteit in huis valt vaak vies tegen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van TNO, dat in het najaar uitkomt. Het Schone Oosten nam een voorschot op de resultaten en testte het binnenklimaat in diverse woningen. Dat was soms even schrikken.

Redacteur Judah Bolink van Het Schone Oosten kreeg 17 april, ’s nachts om 12.00 uur, een wake-up call. Letterlijk én figuurlijk. Toen hij op de AirVisual Pro naast zijn bed keek, zag hij dat de concentratie koolstofdioxide (CO2) in zijn slaapkamer was gestegen tot ruim 1.600 ppm (parts per million, een maat voor concentratie). Ruim meer dan wat gezond wordt geacht. Die grens ligt bij circa 1.200 ppm, maar een waarde tussen 750 en 1.200 is al niet echt fris, zegt Milieu Centraal.

Enigszins ter geruststelling: pas bij CO2-concentraties in de buurt van de 30.000 ppm ontstaan gezondheidsklachten die direct te wijten zijn aan een grote concentratie CO2, zegt het RIVM. Desondanks betekent dit niet dat collega Bolink rustig kan gaan slapen met het raam dicht. De concentratie CO2 wordt namelijk ook gezien als een graadmeter voor goede ventilatie van een ruimte. Daar mankeert het dus aan, in de slaapkamer van Judah. En daar niet alleen.

Ventilatieroosters erbij
Ook Angelien Doornbos uit Zwolle niet zo blij met de meetresultaten die Het Schone Oosten in haar huurwoning vond. De CO2-concentratie in haar huiskamer is constant aan de hoge kant, variërend van 600 tot ruim 1.100 ppm. „Dat is wel iets dat ik graag met andere huurders wil delen. De woningbouwvereniging wil gaan isoleren, omdat de woningen nogal koud zijn. Maar dan moeten er dus wel ventilatieroosters bij komen”, constateert Angelien.

Bij veel CO2 mankeert er wat aan de ventilatie en is het dus aannemelijk dat ook andere, mogelijk wél schadelijke stoffen binnenshuis aanwezig zijn en blijven hangen. Denk aan schimmels en fijnstof. Of stikstofdioxide (NO2), dat onder meer ontstaat bij koken op gas. Overigens, die NO2 kon het apparaat van Het Schone Oosten niet meten.

Maar om te laten zien wat er nog meer gebeurt tijdens het koken, ging redacteur Niek Opten van Het Schone Oosten in Nijmegen met zijn gezin gezellig gourmetten, met de ramen en deuren dicht. De hoeveelheid fijnstof in zijn huiskamer piekte naar 170 microgram per kubieke meter. De grenswaarde die de Wereldgezondheidsorganisatie WHO voor fijnstof hanteert is 10 microgram per kubieke meter.

Bekijk video's, op het YouTube kanaal van Het Schone Oosten, en zie de resultaten van een meting per leefruimte.

Fijnstof is niet zo fijn
Die 10 microgram is overigens een jaargemiddelde, wat niet wil zeggen dat inademing van een kortdurende piek geen effect heeft. Fijnstof is namelijk helemaal niet zo fijn. Zeker niet voor de mens. De zeer fijne variant, kleiner dan 2,5 microgram, dringt door in de longen en kan daar longklachten veroorzaken. En dan is er ook nog últrafijnstof - kleiner dan 0,1 micrometer - dat via de longen in de bloedbaan kan komen.

Wat ultrafijnstof precies doet in het lichaam, is nog niet helemaal duidelijk. Maar uit drie studies van het RIVM onder 191 basisschoolkinderen in de buurt van Schiphol, 21 volwassenen en een laboratoriumonderzoek, blijkt dat kortdurende blootstelling aan ultrafijnstof in ieder geval allerlei gezondheidseffecten had. Zoals vermindering van longfunctie en verandering van de hartfunctie bij gezonde volwassenen.

Dat fijnstof, in al zijn varianten, zweeft dus ook door woningen. Sowieso omdat circa 60 procent van de lucht in woningen van buiten komt, zo blijkt uit onderzoek van TNO. Maar wat de metingen van Het Schone Oosten ook aangaven, is dat het gedrag van bewoners eveneens een grote rol speelt.

Nasi doet fijnstofuitstoot stijgen
Dat hij de hoeveelheid fijnstof in zijn huis voor een korte periode flink kan stijgen, ervoer bijvoorbeeld ook Schone Oosten-redacteur Leo van Raaij. Hij bakte en braadde in Almelo een flinke pan nasi, met de afzuigkap uit en het meetapparaat op een halve meter afstand. De fijnstofconcentratie schoot omhoog naar meer dan 200 microgram per kubieke meter. Toen de afzuigkap aan ging – met een afvoer naar buiten - verdween de fijnstof razendsnel.

Ventileren is essentieel
Ofwel: ventileren is essentieel. Maar niet altijd, zo ontdekte Leo toen hij ’s ochtends de keukendeur open zette. Plots steeg de hoeveelheid fijnstof binnen, die dus van buiten moet zijn gekomen. Zoals van een houtkachel, industrie, wegverkeer of de barbecue van datajournalist Martijn Bekhuis…

Martijn bleek op het terras achter zijn woning in Hengelo in staat per kubieke meter 1.800 microgram fijnstof te produceren, met zijn barbecue. Buiten gemeten, hoewel het apparaat wel op 3 meter van de barbecue stond. Mocht die fijnstof ‘naar binnen geventileerd’ worden, dan blijft het daar hangen wanneer de lucht niet wordt ververst.

De redacteuren van Het Schone Oosten wonen allen in koopwoningen. De kwaliteit van de lucht in oudere sociale huurwoningen - zoals het huis van Angelien Doornbos - is vaker slechter van kwaliteit, zo blijkt uit eerder onderzoek van TNO. Niet alleen is de CO2-concentratie vaak hoger, ook de hoeveelheid stikstofdioxide.

Om haar huiskamer te ventileren kan Angelien Doornbos, naast één bovenlicht en openslaande tuindeuren, één ventilatierooster open zetten. In de dichte keuken zit, bij wijze van afzuigkap, een opening van mechanische ventilatie hoog boven het gasfornuis. Haar kookgedrag maakt echter dat er desondanks geen hoge fijnstofconcentraties ontstaan: ze eet geen vlees en bakt nauwelijks in olie. Een geluk bij een ongeluk.

bron: Algemeen Dagblad artikel in samenwerking het Het Schone Oosten
www.ad.nl/wonen/luchtkwaliteit-in-huis-valt-vaak-vies-tegen

De metingen door Het Schone Oosten werden gedaan met de AirVisual Pro van IQAir. Dit apparaat werd voor dit experiment aanbevolen door Piet Jacobs van TNO. De AirVisual Pro meet vrij nauwkeurig fijnstofdeeltjes. Ook de kleinere deeltjes van 2,5 microgram. Verder werd de CO2-concentratie gemeten, de temperatuur en de luchtvochtigheid. De laatste twee bepalen de kans op schimmel- en bacterievorming. Er is geen onderzoek gedaan naar de daadwerkelijke aanwezigheid van schimmels en bacteriën.

« ga terug